Acht uur moeten we er zijn, bij de garage in Purmerend Noord. Wat betekent dat we er uiterlijk zeven uur uitmoeten, eigenlijk nog vroeger, kwart voor zeven. Dat geeft nog wat speling. We moeten namelijk allebei nog eerst douchen en aankleden, dan wat eten, kop thee erbij en dan ... gaan met die banaan.
Allebei moeten we onze auto APK laten keuren en het leek ons wel okay om op deze dag en op hetzelfde - vroege - tijdstip te gaan. Zo van: gezellig, kunnen we samen in de showroom koffie drinken, krantjes lezen, oude tijdschriften doorbladeren en op onze phones scrollen.
Altijd als ik er vroeg uitmoet, slaap ik onrustig. Word ik om de zoveel tijd wakker, soms ben ik even een beetje wakker, soms ben ik klaarwakker. Zo ook deze nacht. Rond zes uur ben ik klaarwakker en hoor ik twee mannen buiten praten. Wat me verbaast, maar goed, die moeten vast vroeg naar hun werk. Ik dommel weer in en als ik weer wakker word, hoor ik nog meer meer geluiden buiten, het klinkt alsof ... alsof de buitenwereld al op gang is gekomen. Ik kijk naar links en zie de man nog diep in slaap. 'He, hoe laat is het? Is je wekker nu al gegaan of ... ' 'Wat, oh, uuuuuhm.' Krakerig van de slaap draait hij zich om, kijkt op zijn phone en zegt: 'verhip, joh, het is al bijna half acht, de wekker is niet afgegaan.' 'Shit, eruit! Gaan!'
Supersnel douchen we ons, kleden ons aan. Ik drink nog een glas water en eet een oude droge cracker. Toch iets in mijn maag. De man neemt niks. We spoeden ons naar onze auto's. Ik heb geen tijd om zenuwachtig te zijn voor het rijden, althans, ik heb alweer een tijdje last van een soort van rare rij-angst. Als ik eenmaal rijd, ben ik niet bang, maar voordat ik die auto instap. Een raar fenomeen wat ik overgehouden heb aan toen ik eens in de auto een aanval van kortdurende geheugenstoornis had en geheel in paniek als een zombie over de drukke weg reed, getoeter all over the place, ik werd links en rechts ingehaald... Dat was 15 jaar geleden en sindsdien... Kruipt af en toe die rare rij-angst in mijn donder. In 2019 kocht ik heel bewust een auto voor mezelf, zodat ik wel moest rijden en niet altijd het excuus had om met de man mee te moeten rijden. En ... tja, maar goed, na een paar maanden barstte de corona-pandemie los en viel ik weer terug in mijn oude angsten; ik reed niet meer, want ik hoefde ook niet meer te rijden en het werd al snel weer van kwaad tot erger.
Geen tijd nu, voor die oude angsten. Ik stap in mijn auto, start en oh weeeee, omdat ik al zo lang niet heb gereden, is de auto enorm vochtig van binnen. De ramen zijn aan alle kanten beslagen, binnen- en buitenom. Ruitenwissers volop aan, luchtverversing op zijn hoogst, wat niet helpt dus ik draai de ramen open, allemaal en geef gas. Up we go. De man is al ergens onderweg, die heeft dit soort problemen niet, hij rijdt dagelijks.
Het vocht trekt niet weg, de ramen blijven drijfnat, het voorraam word gelukkig wel meer transparant. De restjes vocht veeg ik weg met de manchet van mijn mouw. Kijk, nu zie ik in elk geval waar ik rijd. Ik verlaat de woonwijk en ga de Provinciale weg op. Bij elk stoplicht check ik even of de ramen al wat droger zijn. Nog steeds niet. Buiten is het fris, want ja, september, herfstig. Dat moet een maf gezicht zijn, dat vrouwtje in die auto met al die ramen wagenwijd open, kop in de wind, terwijl het helemaal niet warm is buiten. Anyway, ik scheur door de polder, de opkomende zon tegemoet. Boven de weilanden hangen grote mistslierten, rozerood beschenen door de zon. Her en der paarden en koeien, waar je alleen het bovenlijf van ziet: de poten verdwijnen in de mist. Wat prachtig! De autoweg blijft gelukkig gevrijwaard van mist, want ik realiseer me dat ik geen idee heb waar de mistlamp zit. Ik scheur lekker door. Onderwijl is mijn kapsel door die koude wind die dwars door mijn auto waait, veranderd in een soort rechtopstaande ragebol.
Slechts een kwartier te laat kom ik aanrijden bij de garage. De man staat al ongeduldig op mij te wachten en vindt het maar stom dat ik door de polder reed. Hij ging over de snelweg en hij vermoedt dat ik dat uit angst niet deed, maar da's niet waar. Dit vind ik 's ochtends gewoon de fijnste weg. Ooit werkte ik in Purmerend Noord en reed ik dagelijks heen door de polder en terug over de snelweg. Toen gebruikte ik mijn auto dus wel vaak, was ik weer even rij-angst-free. Zo anders dan de afgelopen jaren. Tijdens die ellendige corona-periode moest ik 'm zelfs tot een paar keer aan toe laten opladen; de accu stond leeg, wilde ik eens rijden, gaf 'ie geen pukkel en moest die man weer komen met zijn oplaad-kar.
Maar goed, nu rijd ik weer een beetje, al een weekje of zo, heel voorzichtig en ik neem me voor - nee ik zal wel moeten - om mijn auto weer veel te gaan gebruiken. Ik ben tenslotte wandelcoach (in spe) en moet van de ene prachtige wandelplek naar de andere tuffen, om daar met mijn coachees te wandelen. Met de trein kom je er niet, zeker niet nu die soms zomaar een hele dag niet rijdt, niet alleen vanwege CAO-onderhandeling, maar ook gewoon, omdat er geen personeel is of omdat het onderhoud aan de rails maar niet af komt omdat er onvoldoende onderhoudspersoneel etc. etc.
We gaan in de showroom zitten, hebben onze autosleutels afgegeven aan de administratieve kracht achter de balie die de komende uren ons aanspreekpunt blijkt. Een jonge jongen nog, met een vlassnorretje. Naast hem zit een ervaren kracht, een dame van middelbare leeftijd met een vrij harde - zakelijke - uitstraling.
Aan de tafel bij het koffie-apparaat zit nog een andere dame, die op haar leen-auto wacht. We babbelen wat met haar, drinken koffie, bladeren door tijdschriften en kranten en scrollen door onze phones. Kletsen wat met zijn tweetjes. De man heeft heel stoer zijn laptopje mee en doet daar wat dingen mee voor zijn werk. Heel werelds. Af en toe staat hij op om zich te verlustigen aan de nieuwste modellen in de showroom, waaronder een paar elektrische en hybride exemplaren. Hij roept me en laat me proefzitten in zo'n fonkelnieuwe kar met lederen bekleding en supersonische dashboards, Bose boxen en nog meer fijn speelgoed voor mannen (en ook vast wel vrouwen) als hij.
De jongeman met het vlassnorretje komt naar de tafel om de man om te vertellen wat er dit keer allemaal aan zijn auto mag gebeuren. Allemaal van die kleine ka uu tee dingetjes die alles bij elkaar heel veel geld kosten en die je kunt niet weigeren, want dan word je auto niet goedgekeurd. We nemen nog maar een bakkie koffie, met een koekje erbij, want de magen beginnen te knorren want niet ontbeten tenslotte. De dame verlaat de tafel, haar leen-auto is gearriveerd en we zeggen elkaar vriendelijk gedag. Dan komt de jongeman met het vlassnorretje naar mij toe met helemaal van die rode vlekjes in zijn nek. 'Oh Jeeee... 'denk ik. 'What's going on.' 'Ik heb slecht nieuws, mevrouw', begint hij. Ik slik. 'Ja, nou', eerst soms hij de dingetjes op die mogen gebeuren zoals nieuwe rubbertjes op de ruitenwissers enzo. Of mijn navigatie een update mag krijgen? 'Prima, ja, doe maar.' En dan komt de aap uit de mouw. 'Ja, mevrouw, de veiligheidsgordels achterin doen het niet.' 'Wat??' 'Ja, die rollen niet goed uit, en als ze uiteindelijk half uitgerold zijn - je moet er echt met kracht aan trekken - rollen ze niet meer vanzelf terug. Blijven ze hangen. En dat mag niet.' 'Wat?? Hoe kan dat nou? Ik rijd bijna nooit in deze auto, hij is nog niet eens vier jaar oud, drie jaar in mijn bezit, ik heb er in die drie jaar haast nooit in gereden en ik heb zeker geen passagiers achterin gehad. Misschien een keer, maar ook niet meer dan dat. Hoe kunnen die gordels nu stuk zijn??!!' Mijn man mengt zich ook in het gesprek, staat daar met zijn papieren bekertje in de hand aan de andere kant van de tafel dezelfde dingen te zeggen als ik, maar dan met die strenge blik van hem in zijn ogen. De jongeman krijgt nog een vlekje of twee erbij. 'Ja, uhm, ja, de onderhoudsmonteur heeft geprobeerd het met siliconen-olie te verhelpen, maar dat lukte niet. En als je gordels achterin het niet goed doet, dan kunnen we helaas uw auto niet goedkeuren.' Mijn mond valt open, ik probeer het begrijpen. Een bijna niet gebruikte auto, van nog geen vier jaar oud, gordels min of meer ongebruikt en dan zijn ze stuk. Kapot. Lam.
We praten hier nog wat op door en dan stelt de jongeman voor dat hij een coulance-regeling gaat aanvragen. Wat betekent dat - let op nu - die acht-honderd euro voor de twee gordels en de honderd-vijf-tig euro arbeidsloon wellicht met enkele tientallen percentages gereduceerd wordt. 'Ja', zegt hij, 'want kijk, vorig jaar heeft u geen onderhoud laten plegen op uw auto en daar kijken ze dan wel naar.' 'Ja', zeg ik, 'want dat was niet nodig omdat ik mijn auto niet gebruikte. Waarom dan onderhoud laten plegen?' Tja, de jongeman weet het ook niet en begint zich te verontschuldigen dat hij 'hier ook nog maar drie weken werkt'. Zijn vrouwelijke collega, die hem klaarblijkelijk nog mag inwerken, loopt een paar keer achter een paar auto's vlakbij en spitst zo te zien haar oren op wat er tussen ons gebeurt.
Ik laat het bij de aanvraag voor die coulance-regeling, maar het zit me helemaal niet lekker. Meer dan duizend euro voor ... voor dit?! Slechte gordels hebben ze geleverd, die horen toch niet zomaar doordat ze niet gebruikt worden, stuk te gaan??
De man kan inmiddels weer weg, zijn auto is klaar. We nemen afscheid en hij rijdt naar zijn werk. Ik blijf nog even een half uurtje hangen, bijna elf uur is het inmiddels, ik vertoef hier dus al bijna drie uur. Dan kan ook ik gaan. Mijn auto is netjes voor de deur gezet, glimmend en wel want hij is voor me gewassen. Ik kan er nog een weekje in rijden, dan mag het niet meer omdat hij niet goedgekeurd is. Ik moet onderwijl wachten op de uitkomst van de aanvraag voor die coulance-regeling en daarna nog voor veel geld twee nieuwe gordels laten plaatsen. Zucht... Sip tuf ik terug door de polder, geen zin in de drukke snelweg. De mist is opgetrokken, de weilanden liggen er stilletjes bij, paarden en koeien zijn weer volledig zichtbaar.
De dagen erna rijd ik dagelijks in mijn niet-meer-corona-en-niet-APK-gekeurde-karretje. Ik geniet ervan, maar zoek onderwijl ook op internet naar soortgelijke gevallen als dat van mij, dat met die gordels bedoel ik. En ja, hoor, het gebeurt vaker. Veel vaker. Advies van de ANWB is: 'zorg dat de garantie-periode verlengd wordt voor die gordels. Ze horen op zijn minst tien jaar mee te gaan, dus ... Ga niet akkoord met een coulance-regeling. ' Dat ga ik dan maar in gang zetten via de jongeman met het vlassnorretje. Leerzaam voor hem. Leerzaam voor mij.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten