
Een paar jaar geleden, in 2019, bedacht ik iets leuks. Mijn man was al maanden elke dag op internet aan het zoeken naar de perfecte SUV. Steeds kwam hij weer uit op Mazda. In die tijd reed hij in mijn Suzuki Alto op en neer naar het werk. Ik reisde tenslotte dagelijks met de trein naar het werk en weer terug. Zijn oude VW Fox had hij alweer een tijdje daarvoor voor een habbekrats verkocht aan een auto-dealer; zo'n man die in zijn morsige kleren en zwarte handen aan tafel plaats nam. Nee, hij hoefde geen koffie, bedankte hij me met een tongval waarvan ik direct dacht aan zoals we dat hier oneerbiedig noemen: Kampers. Zigeuners, dus. Maakt niet uit, hij kocht die oude Fox voor een luttel bedragje. Ooit hadden we die kar zelf ook voor een luttel bedragje gekocht ergens in Den Haag. Samen met een lokale auto-reparateur maakten we er een dagje uit van. Die man had er sjoege van, vandaar dat hij meeging. Het was een schade-karretje tenslotte, dan moet je wel even weten waar je op moet letten. Niks mis trouwens met die Fox, bleek in de loop der jaren. Dat deukje ergens achterin zag je al snel helemaal niet meer. Maar na een jaartje of wat begon de Fox wat te mankeren en vond mijn man het tijd om hem weg te doen.
Toen hadden we nog maar 1 auto en dat was mijn Alto. Die ik voor mijn vijftigste verjaardag had gekregen, deels zelf betaald, deels een cadeau van de man. Zo lief. Jaren reed ik erin van en naar mijn toenmalige baan in Purmerend Noord. En af en toe naar verder gelegen plaatsen. Een ervaren coureur ben ik nu niet bepaald, dus als we echt ver weg moesten, vroeg ik altijd of mijn man wilde rijden. Geen enkel probleem, hij houdt van rijden. Muziekje aan onderweg, bij koud weer gezellig het kacheltje op tien en crossen maar. Als we honderdtwintig reden, leek het soms net of er schroefjes los zouden gaan trillen. De Alto had daar best moeite mee, met die snelheid.
Een paar jaar geleden kreeg mijn man ineens van die gevoelens, hoe zal ik dat eens omschrijven. Hij had een nieuwe baan en al zijn collega's kwamen 's ochtends in de mooiste auto's aan. Niks geen Alto's, maar BWM's, Volvo's, Audi's ... you name it. Een van die collega's vroeg hem een keer - en ze bedoelde dat echt niet naar - waarom hij op zijn leeftijd nog steeds in een beginnersautootje reed. Ai! Die deed pijn bij mijn man. Maar goed, zelf snap ik als geen ander hoe het komt dat wij destijds als eind vijftigers nog beginnersautootjes reden. Omdat we fervent anti-auto waren tot zo'n twintig jaar geleden, zijn we laat begonnen met auto's kopen. Want, tot twintig jaar geleden vonden we een auto slecht voor het milieu. Ik haalde ook pas mijn rijbewijs toen ik negendertig was. Want 't leek me toch wel handig, ineens. Jarenlang fietsten wij kilometer na kilometer. Of we gebruikten het OV. Of de reden met anderen mee. En soms reden we in een huurauto, op vakantie. Maar goed, toen kochten we eind vorige eeuw toch eens een auto, een VW Passat. Wat waren we er groos op. Wat waren we er blij mee. Samen met onze zoons toerden we de dag van aankoop, de Zaanstreek door en om te vieren gingen we dineren bij een Turks restaurant in Zaandam. Ik weet nog precies wat ik at die avond, zo gelukkig was ik.
Na een jaar of zes begaf onze Passat het, doodeng was 't, het dashboard stopte er soms gewoon mee, onderweg en dan plop plop plop, viel alles uit en stonden we stil. Die ging naar de sloop, mocht ook wel, want die auto was bijna een old-timer, meer dan 20 jaar oud. Daarna werd het dus die VW Fox en ik kreeg toen ik vijftig werd dat Alto'tje cadeau.
En toen de man dus, die gevoeliger bleek voor de goedbedoelde grapjes over zijn beginnersautootje, die niet van hem was maar van mij, maar dat terzijde, die zocht - alsof hij stiekem porno keek - tot 's avonds laat op internet naar die andere perfecte nieuwe auto. En ik vond het ook wel maf, eigenlijk, dat ik mijn auto dagelijks afstond aan hem, die 'm ook echt helemaal als zijn auto was gaan beschouwen, maar ook dat terzijde, en ik als ik ergens heen moest weer mee moest rijden, of met het OV moest of met de fiets ging. Opeens kreeg ik een ingeving. Ik zie me nog zo lopen, ergens in het dorp, diep nadenkend, met mijn handen in mijn jaszakken gestoken. De man zat thuis weer te koekeloeren achter zijn PC naar mooie, goeie, nieuwerwetse SUV's. En ik dacht aan mijn Alto die toch ook al weer zo'n jaar of acht was. En lichte mankementjes begon te vertonen. 'Eigenlijk zou ik 'm in moeten ruilen voor een ander,' dacht ik (die Alto dan he... ;-) ). Maar dan zou ik beter het zo kunnen doen, dat ik zelf een eigen autootje koop en de man er eentje voor zichzelf. Dat zal hem vast over de streep trekken. Koopt hij eindelijk die SUV voor zichzelf.' Ik had als ZZP-er ook aardig wat centjes vergaard en zou hem financieel kunnen bijstaan. Ik bedacht ook een handige betaalconstructie, deelde die met de man en hij ging overstag. Blij als een kind.
En zo geschiedde. Hij kocht zijn Mazda 5 en ik mijn Mazda 2. Eind goed al goed, zou je zeggen. Nou...
Na een paar maanden brak de corona-ellende uit. Zat ik daar ineens dagen, weken, maanden thuis te werken. Kwam de deur niet meer uit. En we mochten nergens meer naar toe, zelfs niet bij mooi weer naar het strand. En alle winkels waren dicht en ik bestelde daarom maar alles online. Ergo: die fraaie bijna nieuwe Mazda 2 stond daar maar stil te staan. Heel af en toe maakte ik er een ritje in. Even vrienden wegbrengen naar een dorpje in West-Friesland, even met paps en mams bij de broer op visite, een bezoekje aan een strandtent om daar te lunchen met een vriendin en nog wat kleine tripjes. Afhankelijk ook van de corona-maatregelen. Meer was 't niet. Ook niet toen ik we allemaal weer een dagje of wat op locatie, onder de mensen, mochten werken. Want mijn werk is midden in de stad en daar ga je niet met de auto naartoe maar met het OV. Dus bleef mijn mooie nieuwe autootje stil staan wachten. En wachten. En wachten. Toen, op een dag, moest ik toch echt even met de auto ergens naartoe omdat mijn fiets stuk was. Ik nam plaats achter het stuur, wilde starten en toen... maakte mijn auto een soort hoestend geluidje. Kuchend, eerder. Knopje weer indrukken, koppelingspedaal op... hoest, kuch. Paniekerig stapte ik uit, pakte mijn jas uit de gang en snelde lopend naar de andere kant van het dorp waar mijn zangles was. Onderweg append dat het echt wel eventjes later zou worden.
Later die dag constateerden mijn man en ik dat mijn Mazda 2 het wachten zat was geworden en de accu leeg was komen te staan. Vandaar. Dan start ' ie niet meer. Ver-Do-Rie. Wat een pech. Daarna had ik het weer reuze druk met heel veel andere dingen. Ik vergat mijn depressieve leeggeraakte autootje helemaal. Die stond daar mos en spinnenwebben te verzamelen ergens aan het eind van de straat. Helemaal alleen. Tot ergernis van mijn man die steeds maar aandrong om er wat aan te doen. Een stukje te gaan rijden.
Tot mijn man zo lief was om de Mazda-helpdesk te bellen en toen kwam er in no time een hulpwagen die de accu weer oplaadde. 'Een corona-karretje', noemde de monteur mijn auto. 'U moet eens weten hoeveel keer per dag ik sinds de corona-tijd accu's op heb moeten laden, mijnheer.' De man moest er wel even een klein uurtje achtereen in rijden om de accu weer helemaal op te laden. Wat hij deed. Blij als een kind was ik toen ik thuiskwam van een dagje werken op locatie. Zo lief, dat hij dat voor mij had gedaan. Ik reed er een paar keertjes mee. Ik geloof een ritje naar het strand. En nog iets met mijn ouders. En oh ja, naar de garage in Purmerend Noord voor een onderhoudsbeurtje die helemaal niet nodig bleek omdat ik er haast nooit in had gereden na de aankoop in 2019. En toen parkeerde ik mijn Mazda wederom in de straat, op een hoekje bij andere mensen voor de deur, want daar was alleen nog plaats.
En toen stond vervolgens mijn autootje weer maandenlang stil. Mijn man werd wrevelig, vond dat ik toch af en toe echt een stukje moest rijden. Maar inmiddels was er ook weer iets van mijn aloude rij-angst opgekomen. Daar heb ik vijftien jaar geleden een tijdlang last van gehad, nadat ik een TIA had gehad en geheugenproblemen had. Wat gelukkig helemaal over is ' op hout afklopt'. Maar in die tijd kreeg ik rij-angst omdat ik een aanval van geheugenverlies tijdens het rijden had gekregen. Dat was ongelooflijk eng. En gevaarlijk. Ik reed zo raar over de snelweg, kon niet meer schakelen en auto's om mij heen toeterden boos en keihard. Zweet op mijn rug! Grote angst! Daarna heb ik een paar jaar niet meer gereden. Pas op vakantie reed ik weer, in de bergen notabene, in een huur Fiatje. Ik kon het gewoon nog. Thuis pakte ik daarna de auto gewoon weer. Anyway. Ik voelde kortgeleden weer die enorme spanning opkomen als ik er alleen al aan dacht dat ik weer moest rijden. En genoeg smoezen ook, want ja, na een dag thuiswerken heb je echt geen zin meer om dan ook nog eens in je auto boodschappen te doen, hoor. Dan wil je vooral lekker naar buiten, even wandelen door de frisse lucht. Wat niet eens echt een smoes is, want het is echt niet goed, voor niemand niet, om de hele dag, elke dag, binnen te zitten en niet te bewegen. Echt!!
Mijn man kon het niet meer aanzien, ging er dan zelf maar weer eens een eindje in rijden, had hij bedacht. Stapte in, wilde starten en toen ... hoest. Kuch. Weer een lege accu. Weer pressie uitoefenen op mij om te bellen voor hulp. Ik zei ja. Maar deed nee. Te druk met werken. En met oefenen met de band. En met heel veel andere dingen.
Al dagenlang, nee wekenlang, stond het ' opbellen van de Mazda-helpdesk' op ons to-do-lijstje. Althans, op die van mij. Maar ik deed het maar niet. Toen had de man ineens een dag, gisteren was dat, dat hij alle to-do-dingen van het lijstje afwerkte, hij leek wel manisch. Afval wegbrengen. Done. Een nieuwe tv-kast bestellen. Done. Aankoop ophalen bij de Hema. Done. Etc. Etc. 'Zo, nu even bellen voor jouw auto, Ilse' En hij belde. En binnen een kwartier stond daar de monteur weer en die deed mijn auto herleven in minder dan drie minuutjes.
Samen met de man - hij achter het stuur - reden we naar een grote plantenzaak, dertig kilometer van huis, om daar kerstboompjes te kopen. Ik was zo opgelucht. Daarna gingen we naar de wasstraat om die dikke laag vuil en mos eraf te laten wassen. Nu doet mijn auto het weer en hij staat daar weer zo lief op me te wachten. Vandaag heb ik niet gereden. Morgen ga ik, nee echt, morgen.