zondag 26 februari 2023

het zingende glas




De man is op pad, muziek maken elders. Ik heb 't rijk alleen vanavond en besluit lekker in bad te gaan. Terwijl boven in de badkamer het bad vol loopt, haal ik beneden wat nootjes en schenk ik mezelf een glaasje rood in. Voor strakjes, als ik in het dampende schuim lig. 

Voorzichtig neem ik 't bakje met nootjes en het gevulde glas mee naar boven, geef 't een plekje op en rond het bad, doe het licht uit, steek kaarsjes aan, doe de kleertjes uit, voel met mijn grote teen of water okay is - ja, het is okay - en ik laat mezelf zakken in het warme, geurende water. 

De nootjes smaken mij best, zo best, dat ze eigenlijk best wel snel op zijn. En van die nootjes krijg ik dorst dus ook mijn glaasje wijn is na een kleine tien minuutjes wel leeg. 

Ontspannen lig ik daar, mijn gezicht heb ik inmiddels ingesmeerd met een maskertje, iets om het vochtgehalte van de huid weer op peil te brengen, als dat nog lukt, zo, als zestigplus dame met her en der een rimpel en een beduidend drogere huid dan tien jaar geleden. Mijn phone ligt ongebruikt naast me, ik heb even geen zin in muziekjes of woordspelletjes. Ik lig daar in alle stilte, oogjes toe, laat het maskertje zijn werk doen. De geest komt tot rust, evenals mijn vermoeide voetjes, ik voel hoe ze helemaal een beetje prikken van al dat lopen vandaag. Goed voor 'n mens. 

Ik doe de oogjes weer open en staar naar de grote, conische lichtblauwe vaas aan mijn voeteneind waarachter een varentje prijkt. Mooi gezicht dat mediterrane blauw en dat vibrante groen. Dan gaan de oogjes weer dicht en ineens hoor ik het. Het geluid van zingend glas! Heel even maar, zo'n hoog geluid, als van een zingende zaag! Direct gaan mijn ogen open, ik ga wat rechter op zitten en kijk verbaasd om me heen. Draai me half om naar het hoofdeinde, waar mijn lege wijnglas staat. Zou het geluid van mijn wijnglas komen? Maar hoe kan dat nou? Want om glas te laten zingen moet je toch met je vinger over de rand strijken? 

Ik ben een soort van een beetje bang maar besluit daar niks mee te doen. Laat me weer dieper in het water zakken. En als ik daar een minuutje of wat lig, hoor ik het weer. Heel eventjes maar, klinkt daar het geluid van zingend glas. Weer kijk ik om, naar het lege glas dat daar onschuldig staat te staan, op zijn ranke steel waaronder een glazen voetje. 

'Nou, zeg', denk ik, 'is dit nu toeval of hoe zit 't?' Weer ben ik me bewust van een soort van angst en weer doe ik er niks mee. Gewoon doorgaan met lekker relaxen en de gedachten aan het zingende glas verdwijnen weer. Maar als ik na zo'n twintig minuutjes besluit dat het wel weer tijd wordt om eruit te gaan, merk ik dat ik al die tijd het maskertje op mijn gezicht had laten zitten. Bij elkaar zo'n veertig minuten heeft het in kunnen trekken. Ik vorm een kommetje met mijn handen voor een plens water in mijn gezicht en vlak voordat ik dat toe, hoor ik het weer. Tot twee keer aan toe! Het glas zingt nog twee keer. 'Zzzzzingggg.... zzzzzingggg... '

Ik aanvaard het maar, dit fenomeen, alhoewel, het brein zou het brein niet zijn als er toch een verklaring wordt gezocht. 'Zou het iets natuurkundigs zijn? Of is er hier iets van een entiteit die zich manifesteert door mijn glas te laten zingen?

Als ik uit bad stap, vul ik het glas met koud water en drink met grote slokken. Niet alleen omdat ik dorst heb, maar ook om me het glas weer een soort van toe te eigenen. Ik droog me af. Kleed me lekker warm en comfortabel aan. Ga naar zolder, daar doe ik alle lichten uit, steek een wierookje aan en 1 waxinelichtje. En daar, in het donker, mediteer ik nog een half uurtje. Knap van mezelf, vind ik, want ergens heeft zich toch een zaadje van onrust genesteld in mijn brein. 

Glazen die uit het niks beginnen te zingen... 

woensdag 1 februari 2023

KROON IN AANTOCHT








Ineengedoken, kraag omhoog, loop ik mijn straat uit, rechtsaf, richting de flats. Het waait en het regent, alles is grijs, koud en nat buiten. 'Toepasselijk weertje, wel', denk ik terwijl ik oversteek en het pad oploop van het gebouwtje waar ik moet zijn: de praktijk van de tandarts. 

Onderweg doe ik mijn uiterste best om mijn zwaarmoedige gedachten om te zetten in positieve: 'Hij gaat vast mijn kies eruit trekken, what else? De halve kies is eraf, dat kan hij nooit meer repareren, hoe goed hij ook is. Ik moet me maar voorbereiden op een uurtje kwelling, klem in mijn mond, niet kunnen slikken, stikangst, krakende geluiden als hij de kies eruit trekt enzovoort enzovoort. En dan vanmiddag en vanavond en misschien morgen napijn, pillen slikken, oh jasses!' Dus, dat probeer ik om te denken in: 'wat fijn dat ik zo'n goede tandarts heb, hij is een kanjer, die Hein, want toen ik in 2018 eens die zenuwbehandeling kreeg, deed hij dat zo perfect en efficiĆ«nt en zo mooi binnen de tijd en ik heb daarna nooit meer last gehad van ontstoken afstervende zenuwen; eigenlijk heb ik nooit wat.' 

Tja, klopt, ik heb echt nooit wat bij de tandarts, tot vorige week dan, toen ik even snel snel een ontbijtje naar binnen werkte, een banaan en een zacht koekje en ineens een hard stukje in mijn mond ontwaarde. 'Parbleu', dacht ik nog, 'wat nu, zit er een steentje in mijn koekje ofzo? Wat slecht!' Geergerd spuugde ik 't dingetje uit en trok mijn jas aan; op naar de kapper. Onderweg voelde ik steeds iets tussen mijn kiezen zitten, ik liep maar te peuteren en met mijn tong te duwen. Het voelde wel gek, alsof ik ijzerdraad tussen mijn kiezen had. Ik kon het niet bepaald thuisbrengen. Gedurende de genoeglijke uurtjes bij mijn kapster - Libelle bij de hand, kopjes koffie en lekker een beetje kletsen - vertelde ik nog dat er iets tussen mijn kiezen zat wat ik maar niet weg kon krijgen. 

Eenmaal thuisgekomen keek ik eens goed in de spiegel, mond wagenwijd open en nog snapte ik niet wat ik zag: ik dacht dat er een grote krent uit het koekje tussen mijn kiezen was beland, een grote zwarte krent.  'Wat gek', dacht ik nog, 'want er zaten toch helemaal geen krenten in die koekjes?' Met flosdraad en de tandenborstel probeerde ik het krentje weg te krijgen maar dat mocht niet baten. En ineens begreep ik het: 'Dit is helemaal geen krent! Dat is de vulling van mijn kies en ... de hele buitenmuur, de stutting, is eruit gevallen. Dat was dat harde dingetje dat ik vanochtend in mijn mond had. Helemaal geen steentje in het koekje, het was mijn halve kies waar ik op zat te kauwen!!' Ik kan je wel vertellen, dat dit besef me danig aangreep. 'Heftig, gadverdegadver! Wat eng! Vallen ineens stukken kies uit mijn mond! Hoe ver gaat dit nog met dat verouderingsproces??!! Moet ik dit ook maar weer aanvaarden, dat er zomaar stukken uit mijn gebit afbreken??!!' 

Beneden gekomen bracht ik manlief op de hoogte, ook hij had zulks weleens meegemaakt, vertelde hij en tja, de tandarts had destijds niets anders kunnen bedenken dan maar die hele restant kies eruit te trekken. 'Sindsdien heb ik dat gat in mijn gebit, Ilse'. Ai, ai, dat stelde mij niet gerust, maar toch belde ik maar meteen met de tandarts-assistente of ik z.s.m. langs kom komen. Dat kon, over vijf dagen, de dinsdag na het weekend. Opgelucht toch wel ging ik het weekend in, alles wat ik at links kauwend, want rechts zat die krater! Gelukkig, geen pijntjes en niet nog meer ineenstortende stut-muurtjes in mijn mond. 

En daar loop ik dan, door de regen, door de wind, kraag omhoog, hard mijn best te doen om om te denken, op naar de tandarts. Devoot neem ik plaats op het plastic stoeltje in de verder lege wachtkamer. Ik ben wat te vroeg en bedenk me - optimist dat ik wil zijn - : 'Fijn, dan kan ik lekker RTL-nieuws kijken, doe ik anders nooit.' RTL-nieuws staat namelijk de hele dag aan bij de tandarts. Maar, daar zwaait de deur al open: 'Mevrouw Al, komt u maar.' 'OMG', denk ik, 'nu gaat het gebeuren'. 'Aaah, fijn, lekker snel, zeg', zeg ik. En wens de tandarts en de assistente een goedemorgen, ga liggen - ik voel me dan altijd zo'n lam dat vrijwillig op de slachtbank gaat liggen - en denk: 'En nu gaat het echt gebeuren, verdorie. Nu gaat hij die kies trekken.' 'Zo', zegt Hein, 'da's geen klein stukje, he??' 'Nee', zeg ik, blij dat die haak even uit mijn mond is, 'da's een halve kies, he?.' 'Nou', zegt Hein, 'dat wordt een kroon, maar dat moet een andere keer, we maken wel een nieuwe afspraak. Voor nu vul ik 't maar eventjes', en daar begint hij al met behulp van die gierende apparaten, scherpe haakjes, klemmen te plomberen en de tandarts-assistente steekt fluks dat slurp-apparaatje in mijn mond  - en ik maar friemelen met mijn handjes en mijn voetjes - en voor ik het weet zit er een fijne, gladde vulling op de plek waar voorheen een  afgebroken stuk kies zat. Dat voelt duizend procent beter. Omstandig bedank ik de tandarts en de assistente. Voor het gemak doet Hein ook meteen even de halfjaarlijkse controle erachteraan, hopla, 'niks te vinden, mevrouw', en met een afspraak en een factuur in de pocket vertrek ik weer. Helemaal blij en opgetogen. Geen kies d'ruit, geen gat in mijn gebit, ook nagenoeg geen pijn moeten doorstaan, althans, nu nog niet, over anderhalve maand mag die kroon erin en moet er vast van alles worden weggejekkerd en opgevuld, dat schijnt een uur te duren maar da's nog heeeeeeel ver weg. 

Thuisgekomen voel ik dat ik helemaal moe ben van alle doorstane angstjes en angsten en al dat omdenken. Ik zet een grote pot koffie, maar neem er nog maar geen koekje bij. 



AUTO VOORTAAN TE GAST

Toet. Pep. BrmBrmBrm HongeHongeHonge Toet.Pep BrmBrmBrm HongeHongeHonge ... Om zeven uur vanochtend werd ik mijn bed uit-ge-toet en - ge-pep...