woensdag 20 juli 2022

DE LUCHT VAN VERBRAND VLEES




Nu ik zoveel tijd heb, komt er eindelijk ruimte vrij voor die dingen waar het tot voor kort maar niet van kwam. Elke dag is er wel iets waarvan ik denk: 'aha, kijk aan, laat ik dit nu eens gaan organiseren. Nee, nu niet vooruitschuiven, niet verzaken, hopla, zet het in gang.' En dan schrijf ik het op in mijn to do schrift, al die actiedingetjes en vervolgens zet ik het in mijn digitale agenda. Werkt tot op heden prima, behoudens soms een klein beetje uitstel en vooruitschuiven, maar kom op, ik ben ook maar een mens. 

Zo zette ik vorige week tijdens een dialoog met mezelf over wat ik nu weer eens zou kunnen doen,  'wratjes laten verwijderen' in dat schrift. Vervolgens woog ik het op mate van importantie en vond het belangrijk genoeg om in mijn agenda te zetten. Je moet weten, al tientallen jaren hangen er van die fleddertjes van steelwratjes aan de achterkant van mijn oksel. Rechts. Eerst had ik zulke mini-paddestoeltjes ook in mijn hals, maar zo'n 15 jaar geleden heeft mijn huisarts van destijds die resoluut verwijderd. 'Nu ben je zo'n mooie vrouw', zei hij mijn relaas over een heel ander kwaaltje onderbrekend, 'maar je laat die wratjes daar gewoon maar zitten in je hals. Die leiden af, ik zit steeds maar naar die wratjes te kijken. Ik haal ze er af!' En voordat ik ertegen in kon gaan, haalde hij knip- en snij-gerei uit zijn lade et voilĂ , tjaktjaktjak, daar gingen de paddenstoeltjes. Weg ermee. Ze zijn nooit meer teruggekomen. 

Later, op weg naar huis bedacht ik me dat ik ook wel had kunnen vragen of hij die fleddertjes bij mijn oksel weg had kunnen halen. 'Ach, nou ja, andere keer dan maar', dacht ik gelaten. Vervolgens ging ik haast nooit meer naar de dokter en dat doe ik nog steeds zelden tot nooit. Ik houd niet van naar de dokter gaan, namelijk. 'Maar okay, nu moest het maar eens gebeuren met die wratjes', zei ik stoer tegen mezelf en ik zette het niet alleen in mijn agenda, nee, ik belde zelfs meteen naar de huisarts. Ik dacht dat de assistente het wel zou oppakken, zo'n minuscuul klusje maar nee, daarin had ik mij deerlijk vergist. Eerst moest ik naar de huisarts, die zou de plekjes controleren op mate van gevaarlijkheid. Want het zou ook zomaar huidkanker kunnen zijn, begreep ik. Oeps, daar had ik nooit aan gedacht. 'En', vervolgde de assistente, 'als je gecontroleerd bent, maakt de dokter een vervolgafspraak met je voor het verwijderen van de wratjes.' 'Nou, nou', dacht ik, 'maar goed dat ik momenteel zo ruim in mijn tijd zit.'

Vorige week ging ik dus voor controle en thank the Lord, het waren onschuldige wratjes. 'Wel wat veel, acht zelfs en er zitten er ook een paar op andere plekken, zoals bij je linker-oksel. Maar, omdat het toch even een ingreepje is, acht wratjes verwijderen, beperk ik me tot die in je rechter-oksel', legde de dokter - een pittige haio - me vriendelijk uit. 

Vanochtend moest ik dus weer heen, dit keer om de fleddertjes te laten verwijderen. Ik was helemaal blij, eindelijk, na jaren en jaren me toch wel genegeerd te hebben voor die vieze dingetjes, zichtbaar voor mijn medemensen als ik in een hemdje of mouwloos jurkje liep. 

De dokter had haar snij-brand- en knipsetje al klaarliggen, netjes gesteriliseerd, in een doek. Het vertederde me haast, zo keurig en gedegen had ze zich erop voorbereid. Ik merkte dat ze het best wel een beetje spannend vond, ze was namelijk erg met al die stapjes bezig die ze moest zetten en ze deed ook heel erg haar best om mij op mijn gemak te stellen, maar ze vond het merkbaar lastig zich op die twee dingen tegelijk te concentreren. Ook dat ontroerde me. Ze begon een beetje te babbelen over of ik nog op vakantie ging enzo en ik babbelde terug over mijn wandelretraite, maar soms ontging haar wat ik zei omdat ze toch heel ingespannen bezig was, althans, het viel dan even stil maar ze kwam er daarna wel weer op terug. Wat ik ook weer erg knap vond. Het verwijderen ging met een elektrisch setje en grappig genoeg moest ik een soort metalen spateltje vasthouden voor de geleiding van elektriciteit. Vraag me niet hoe het werkte, maar het werkte. Elke keer als ze een paddenstoeltje losmaakte, voelde ik een soort speldenprikje en dat was het. Onderwijl begon het te geuren naar verbrand vlees. En ik kreeg het ook wel heel erg warm, okay, het was warm buiten maar ook ik vond het blijkbaar best een beetje spannend. Zweetdroppeltjes parelden vanonder mijn pony. 

Na een klein kwartiertje was het klaar. De schroeilucht was onaangenaam inmiddels, ik hoop maar dat ze na mijn vertrek een raampje open heeft gezet. 'Kijk', zei ze terwijl ik weer ging zitten (ik had moeten liggen tijdens de ingreep), 'hier heb je ze dan'. Acht rozige mini aliens lagen daar levenloos op een doekje. Ik bekeek ze nog eens goed. 'Adieu', zei ik theatraal, 'tot nooit meer ziens, rakkers.' Daarna gooide de dokter ze in de afvalbak.  

De dokter depte daarna ook nog bloed, ik was daar niet op bedacht geweest, stond alweer op om mezelf aan te kleden maar ze vroeg of ik even wilde blijven zitten. 'Oei, aardig rood doordrenkt', dacht ik terwijl ik de lap bekeek die ze schielijk in de afvalbak deponeerde. 'Ja, we hebben zo'n acht wondjes gemaakt', zei ze en ik realiseerde me dat je dat inderdaad doet, je maakt wondjes. Een dikke prop gaas, pleister erover en zo moest het maar. Ik kon mezelf aankleden en weer gaan. Ik bedankte de dokter nadrukkelijk. 'De andere wratjes doen we na de zomer wel, hoor', zei ze. Ik knikte ter akkoord en dacht: 'mijn best, dat kan nog wel eventjes wachten, toch?' 

Ik heb nog meer van dit soort dingen op mijn to-do list staan. Die moeten echt gebeuren voordat ik in het najaar weer actief het leven in ga stappen. Welke dat zijn... misschien schrijf ik daar te zijner tijd ook een logje over. 

maandag 11 juli 2022

TUINMANAGER

Momenteel werk ik even niet. 'Voorlopig even geen opdrachten doorsturen, please', liet ik mijn bureau weten. 'Ik heb nog even tijd nodig om na te denken wat ik verder wil. En vooral ook, hoe ik verder wil. Ergens in augustus op zijn vroegst mag je me weer benaderen.' Tot die tijd vermaak ik mij opperbest met een paar dingen, waarvan tuinieren zo'n beetje op nummer 1 staat. 

Werken doe ik dus even niet, maar toch ook weer wel. Want het frappante is dat, hoe ik tuinier zo veel lijkt op hoe ik doe in mijn werk. Organisch, veelal. Gelardeerd met 'een stukje verdieping'. Wel vanuit een vast dagelijks patroon, wat dan misschien wel vrij statisch is. Zo is een van de eerste dingen die ik 's ochtends steevast doe, mijn tuindeur openen en een rondje door de tuin doen. Inspectie! Checken wat er allemaal speelt daar onder mijn kruiden, Geraniums, Brugmansia's, Dahlia's, Varens, boompjes en al die andere prachtige groene wezens in mijn tuin. 'Oei, die begint uit z'n potje te groeien, maar heeft het prio, dat verpotten? Nou, nee, dus dat kan nog wel een weekje wachten. Heeeee, kijk eens, daar staan knoppen op springen. Wauw! Wat mooi! Gewoon maar even laten voor wat het is maar onderwijl de plant wel blijven vertroetelen, dan komt 'ie het mooist tot bloei. Oei, deze heeft acuut water nodig. Hopla, even de gieter vullen en daar gaat 'ie: man, man, man kijk toch eens hoe deze plant het water opslobbert?!'  Alsof ik 's ochtends mijn mailbox open, mijn agenda check, lees waar wat moet gebeuren, waarbij ik prioriteer en actie onderneem, daarbij sterk rekening houdend met hoe mijn collega's zijn, wat hun gedragslijn is, waar ze op aanslaan of juist niet. Soms stuur ik ook wel op doorpakken, neem dan zo snel mogelijk contact op of regel een gesprek. 'Nu moet je echt iets doen, hoor, manager, anders gaat het niet goed met die medewerker; het lukt gewoonweg niet. Geen zachte heelmeester zijn, dat is voor niemand goed. Laten we een aanpak doorspreken.' 

Van het weekend haalde ik een grote plant weg uit mijn border. Met pijn in mijn hart, maar het arme ding was daar gewoonweg niet gelukkig. Al drie jaar op rij stond hij daar maar, groot te groeien, dat wel maar net zo hard weer te verleppen, ook omdat de slakken zijn bladeren wegvraten. Al voor het derde jaar kwam er geen bloem in zicht. Terwijl, als ik bij anderen in de tuin zijn broeders zag staan floreren, vol met bloemen ... tja, dan moet je op een gegeven moment toch het gesprek aan gaan met zo'n plant. 'Sorry jongen, maar ik ga je toch maar weghalen. Het gaat 'm niet worden met jou. Ja, ik weet het. Ik heb je zelf gekocht en hier geplant, in de verwachting dat je hier gelukkig zou worden, prachtig zou stralen en bloeien. Ik heb een fout gemaakt, ik weet het. Ik had je hier nooit neer moeten zetten en misschien had ik meer aandacht aan je moeten besteden, maar ja, met zoveel planten in mijn tuin, kan dat gewoon niet, he.' De plant liet deemoedig zijn toch al zo slappe bladeren hangen. Ik echter vermande me en daar ging hij, knip knip eerst de bladeren eraf, schep schep, toen de wortelkluit eruit. Onderwijl ging het van plok plok van de slakken die eraf vielen. De etterbakjes. En daar ging 'ie, het arme ding: zo de groene kliko in. In het gat dat was ontstaan, plaatste ik een andere plant. Eentje die iets verderop al een tijdje stond te popelen om zich waar te maken, eentje waarvan ik heel zeker weer dat die daar wel super gelukkig gaat zijn. Eentje waar slakken niet van houden, ook. 

Ja, echt, het lijkt verdacht veel op werken, hoor, tuinieren. In de loop van de dag onderhoud ik daadwerkelijk een soort van werk-relatie met mijn tuin, met de planten en de bloemen. Ik zie precies wat er gebeurt. Waar ik iets moet doen, of waar ik juist niets moet doen. Of de verse kweeksels in mijn mini-kas overgepot moeten worden. Als trainees of juniors die toe zijn aan een nieuwe stap. Waar zich slakken verstoppen (sorry slak, no way dat jij  mijn planten gaat opvreten; ik smijt je in een grote boog over de schutting, zo de straat op). Lijkt op: waar zitten de mensen die hun buikjes volvreten aan de noeste productie van anderen, kunnen we er nog wat mee, en zo ja, wat kunnen we met ze? En zo nee...

Feitelijk ben ik - tijdelijk weliswaar -  een tuinmanager, eentje zichzelf adviseert en haar eigen adviezen zo goed als altijd opvolgt en veel van haar eigen fouten leert.  Straks, in de herfst zal het tij wel weer keren. Ga ik me weer in collega's en managers van vlees en bloed verdiepen. 






AUTO VOORTAAN TE GAST

Toet. Pep. BrmBrmBrm HongeHongeHonge Toet.Pep BrmBrmBrm HongeHongeHonge ... Om zeven uur vanochtend werd ik mijn bed uit-ge-toet en - ge-pep...